Nederlands–Deens woordenboek
Deense vertaling van het Nederlandse woord aansteken
| Nederlands | Deens (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (aanmaken; doen ontbranden; in brand steken; ontsteken; opsteken) | tænde | |
🔗 James Bond had zijn sigaret al aangestoken. | ||
| (besmetten; infecteren; verpesten) | smitte | |
oplyse | ||
| (doen; plaatsen; stoppen; zetten) | lægge ; stille ; sætte | |
🔗 Ja, steek hem er diep in! | ||
| (porren; pikken; priemen; prikken) | stikke | |
🔗 Ik moest zorgen dat ik mijn zwaard tussen zijn ribben stak. | ||