Nederlands–Deens woordenboek

Deense vertaling van het Nederlandse woord aanstekelijk

Nederlands → Deens
  
NederlandsDeens (indirect vertaald)Esperanto
(aanmaken; doen ontbranden; in brand steken; ontsteken; opsteken)
tænde
🔗 James Bond had zijn sigaret al aangestoken.
(besmetten; infecteren; verpesten)
smitte
oplyse

NederlandsDeensEngels
aanstekelijksmitsomcatching
aanstekelijksmitsomcontagious