Nederlands–Afrikaans woordenboek
Afrikaanse vertaling van het Nederlandse woord aanlopen
Nederlands | Afrikaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(stromen; vlieten; vloeien) | ; | |
🔗 Met zijn hand veegde hij het zweet van zijn voorhoofd dat in zijn ogen liep. | ||
(benen) | ; | |
🔗 Elak vermande zich en liep het water in. | ||
(stappen; treden) | paŝi | |
🔗 Hij en John liepen naar hun ouders, die in de menigte stonden te wachten. | ||
(tippelen; wandelen) | ||
🔗 Hij hield de steen boven het glas van de koning en liet het zand erin lopen. | ||
🔗 Wal Rus liep rood aan, maar hij bedwong zich en klom weer aan dek. |
Nederlands | Afrikaans | Engels |
---|---|---|
aanlopen | aankom; oproep; opsê | call |
aanlopen | oproep; opsê | call in |
aanlopen | aankom | drop in |