Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord snatcher
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(clutch; grab; grasp; grip; seize; nab) | ; | |
🔗 Thom simply snatched the balls from the air and stopped talking. | ||
(grasp; grab; seize) | ||
(fragment; lump; piece) | ; ; | |
(cunt; pussy; twat) |
Engels | Nederlands |
---|---|
bag‐snatcher | tasjesdief |
cat‐snatcher | kattemepper |
purse‐snatcher | beurzensnijder; zakkenroller |
snatch | aangrijpen; afpakken; afrukken; brok; fragment; greep; grijpen; grissen; kidnappen; kut; ontvoeren; pakken; roof; ruk; rukken; stuk; stukje; wegpakken; wegrukken |
Vertaling door derde partijen:
- rukker (Bing)
Het woord snatcher kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.