Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord singly

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(one at a time; independently; individually);
één per keer
;
in zijn eentje
;
🔗 These tablets singly are useless.
(unmarried)
(single man; unattached man)
unuobla
(independent; individual; separate);
(living alone)
solvivanta
(diskette)
schijfje
(unmarried)
(common; joint; communal; concerted; generic; mutual);
(unmarried)
senedza
(unmarried)
senedzina
(alone; only; sole; solitary; lone; unaccompanied)
🔗 I have only a single life.
(mere; solitary; bare; only);
🔗 If you could bring an army here, why do you come now with this single shipload of Danish pirates?

EngelsNederlands
singly afzonderlijk; één voor één; per stuk
single afzonderlijk; alleen; alleenstaand; alleenstaande; eenmalig; eenpersoons‐; eenvoudig; enig; enkel; enkele reis; enkelspel; enkeltje; ongetrouwd; single; vrijgezel; vrijgezellen‐