Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord rash
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(uncritical; hare‐brained) | senpripensa | |
(hazardous; risky; adventurous; unsafe; adventuresome) | ; ; ; waaghalzerig ; | |
waaghalzig | riskema | |
(exanthema) | ; | |
nettle‐rash |
Engels | Nederlands |
---|---|
rash | ⇆ aalwaardig; ⇆ aalwarig; ⇆ huiduitslag; ⇆ lichtvaardig; ⇆ onbedachtzaam; ⇆ onbekookt; ⇆ onbesuisd; ⇆ onbezonnen; ⇆ ondoordacht; ⇆ overhaast; ⇆ overhaastig; ⇆ overijld; ⇆ roekeloos; ⇆ stroom; ⇆ uitslag; ⇆ voorbarig |
nappy rash | ⇆ luierexceem; ⇆ luieruitslag |
heat‐rash | ⇆ warmte‐uitslag |
nettle‐rash | ⇆ netelroos |
rashly | ⇆ lichtvaardig; ⇆ onbesuisd; ⇆ onbezonnen; ⇆ overhaast; ⇆ overhaastig; ⇆ overijld; ⇆ roekeloos; ⇆ voorbarig |
rashness | ⇆ lichtvaardigheid; ⇆ onbedachtzaamheid; ⇆ onbesuisdheid; ⇆ onbezonnenheid; ⇆ overijling; ⇆ roekeloosheid; ⇆ voorbarigheid |