Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord push‐cart

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(waggon; trolley);
🔗 I don’t want to go on the cart!
puŝekfunkciigi
(thrust; poke); ;
🔗 She pushed aside the hanging.
(thrust; poke); ; ; ;
(promote; spread; propagate)
propaganda maken voor
; ; ;
; ;
puŝadi
(offensive)
🔗 The push towards the Russian‐occupied city of Cherson is perhaps the most ambitious.

EngelsNederlands
push‐cart handkar; handwagen
cart kar; met een kar vervoeren; slepen; wagen; zeulen
push aanduwen; dealen; douw; douwen; drang; drijven; dringen; druk; drukken op; drukknop; duw; duwen; energie; handelen in; hort; knop; offensief; pousseren; pushen; schuiven; stomp; stompen; stoot; stootje; stoten; stoten aan; stoten tegen; stuwkracht; toeduwen; toets; vasthouden aan; voorschuiven; zet; zetje