Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord prier
Engels | Nederlands |
---|---|
prier | ⇆ snuffelaar |
pry | ⇆ breken; ⇆ gluren; ⇆ loskrijgen; ⇆ openbreken; ⇆ snuffelen; ⇆ zich met andermans zaken bemoeien |
Engels | Nederlands |
---|---|
prier | ⇆ snuffelaar |
pry | ⇆ breken; ⇆ gluren; ⇆ loskrijgen; ⇆ openbreken; ⇆ snuffelen; ⇆ zich met andermans zaken bemoeien |