Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord more

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(moe)
🔗 Snowfall in winter is more common in the north than the south.
(further; on; beyond; anymore; moe)
(some more; moe; upward of);
🔗 Drink more wine.
(moe)
🔗 There is no more to be said.
(moe)
🔗 We don’t need more money.
all the more
des pli
more and more
(increasingly; ever)
;
steeds meer
more or less
(broadly outlined)
(no longer; no further)
niet langer
;
ne plu
🔗 They were heard from no more.
once more
(again)
nog een keer
; ;
(again; all over again; anew; afresh; once again; a second time); ;
🔗 The ghost has once more become part of Blidak.
some more
(more; moe; upward of)
(besides; moreover; as for the rest; further); ; ;
voor de rest
;
🔗 Furthermore, it should be noted that a number of Danish sounds do not occur in English.
furthermore
(besides; also)
;
(besides; as for the rest; further; furthermore);
moreover
;
aliparte

EngelsNederlands
more meer; nog; nog meer
a few more nog enige
all the more des te meer; nog erger; temeer
all the more reason een reden te meer
ever more steeds meer
he is no more hij is niet meer
how many more hoeveel nog
I hope to see more of you ik hoop je meer te zien
more and more hoe langer hoe meer; meer en meer; steeds meer
more or less in meerdere of mindere mate; min of meer; ongeveer; zo ongeveer
more than once meermaals; meermalen; vaker
much would have more and lost all wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het lid op de neus
no more dood; evenmin; niet langer; niet meer; niets meer; nooit meer; vernietigd
no more does he hij evenmin; hij ook niet
once more andermaal; nog een keer; nog eens; nogmaals; opnieuw; overnieuw
some more nog enige; nog meer; nog wat
so much the more des te meer
the more so te meer nog
the more so as te meer daar
the more the merrier hoe meer zielen hoe meer vreugd
what is more wat meer is
what’s more bovendien
furthermore bovendien; daarbij; daarnaast
moreover bovendien; buitendien; daarbij; daarenboven; overigens; ten overvloede; voorts
nevermore nimmermeer; nooit meer; nooit weer