Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord ministration

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
;
🔗 Has your honour had time to read the reasons of the minister?
(clergyman; priest); ; ;
zielverzorger
;
🔗 And now the minister prayed.
(pastor)
(female minister; secretary);

EngelsNederlands
ministration ambt; bediening; bijstand; medewerking; toediening; verlening; verschaffing
minister bewindsman; bewindsvrouw; dienaar; dominee; gezant; leraar; minister; predikant