Informatie over het woord herder (Nederlands → Esperanto: pastro)

Synoniemen: geestelijke, pastor, priester, zielszorger, zielverzorger

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɦɛrdər/
Afbrekingher·der

Voorbeelden van gebruik

„Dat is een uitstekende raad”, zei de koster, en dit was de eerste keer dat hij zijn herder bijviel.

Vertalingen

Afrikaanspriester; pastoor
Albaneesprift
Catalaanscapellà; pastor; sacerdot
Deenspræst
DuitsGeistlicher; Pastor; Pfarrer; Priester
Engelsclergyman; minister; priest
Engels (Oudengels)preost; sacerd
Esperantopastro
Faeröersprestur
Finspappi
Fransabbé; curé; prêtre
Italiaanscurato; prete; sacerdate
LuxemburgsGeeschtlechen; Hiert
Portugeesclérigo; padre; sacerdote
Russischбатюшка
SaterfriesGäistelke; Pestoor; Priester
Spaanspastor; sacerdote
Sranandomri
Tsjechischduchovní; kněz
Westerlauwers Friespastoar