Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord majority

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(mainstream);
🔗 They would need a two‐thirds majority in both houses to succeed.
(chief; main; principal; dominant; key; peak; prime; senior; staple; premier)
hoofd‐
🔗 Sanctions imposed by the United States and the European Union mean that the world’s two major aircraft makers, Boeing (BA) and Airbus (EADSF), are no longer able to supply spare parts or provide maintenance support for Russian airlines.
(big; great; large; substantial; ample; mickle)
🔗 The nearest major city was Kingston upon Hull.
majeur‐
maĵora

EngelsNederlands
majority majoorschap; majoorsrang; meerderheid; meerderjarigheid; merendeel; mondigheid
attain one’s majority meerderjarig worden
a working majority een regeringsmeerderheid
declaration of majority meerderjarigverklaring
majority interest meerderheidsbelang
narrow majority krappe meerderheid
the majority de meerderheid; de meesten; het gros
the majority have it de meeste stemmen gelden
major belangrijk; groot; grootste; hoofdvak; hoofd‐; majeur; majoor; meerderjarig; overgroot; senior; van formaat