Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord legitimacy
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
legitimate (justifiable) | te rechtvaardigen | pravigebla |
legitimate (true; genuine; real; positive) | ; ; ; waarachtig ; | |
legitimate (lawful) | ; ; ; | legitima |
Engels | Nederlands |
---|---|
legitimacy | ⇆ echtheid; ⇆ rechtmatigheid; ⇆ wettigheid |
illegitimacy | ⇆ onechtheid0; ⇆ ongeoorloofdheid; ⇆ onwettigheid |
legitimate | ⇆ echt; ⇆ echt verklaren; ⇆ echten; ⇆ gerechtvaardigd; ⇆ gewettigd; ⇆ legitiem; ⇆ legitimeren; ⇆ rechtmatig; ⇆ wettig; ⇆ wettig verklaren; ⇆ wettigen |