Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord irk

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(vex; annoy; distress; worry; aggravate);
🔗 Russia’s announcement of a vaccine, whether you can believe it or not, must irk Trump.
(aggravating; provocative)
🔗 Trump’s endorsement of Johnson must be especially irksome to May.

EngelsNederlands
irk ergeren; tegenstaan; verdrieten; vervelen
irksome ergerlijk; verdrietelijk; vervelend