Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord insist

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(affirm; dwell; maintain);
🔗 Mr. Trump, however, has insisted that “trade wars are good”, and that it should be “easy” for the US to win one.
insist on
(insist upon)
staan op
insisti pri
(insist on)
staan op
insisti pri
🔗 He insisted upon learning why I wanted to see you.
insistence
(pressure; urgency)
;
insistence
(pressure; urgency; affirmation; maintenance)
insistent
(emphatic)
insistent
(exacting; importunate; unreasonable; assertive)
;
postulema
insistent
(burdensome; onerous; tight)
;
prema
insistent
(forward; importunate; intrusive; troublesome)
trudema

EngelsNederlands
insist aandringen; aanhouden; beweren; erop staan; insisteren; nadrukkelijk beweren; pramen; volhouden
insist on aandringen op; blijven bij; blijven staan op; insisteren op; met alle geweld willen; staan op; stilstaan bij; tamboeren op; toch willen
insist upon aandringen op; blijven bij; blijven staan op; insisteren op; met alle geweld willen; staan op; stilstaan bij; toch willen
insistence aandrang; aandringen; aanhouden
insistent aanhoudend; dringend; dwingerig; zich opdringend