Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord goods

Nederlands/Engels
Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(wares; merchandise);
🔗 No large selection of goods was on display.
consumer goods
fancy goods
(haberdashery; notions)		; ;
goods train
(nice; fine; okay; all right)
;
(beneficence; boon; charity; sake; welfare; beneficience; benevolence)
(brave; valiant; gallant; valorous; honest; worthy; staunch; stallwart; above‐deck)
🔗 That is good to hear.

EngelsNederlands
goods⇆ artikelen; ⇆ goed; ⇆ goederen; ⇆ have; ⇆ vrachtgoed; ⇆ waren
branded goods⇆ merkartikelen
brown goods⇆ bruingoed
bulk goods⇆ bulkartikelen; ⇆ bulkgoederen; ⇆ stortgoederen
capital goods⇆ kapitaalgoederen; ⇆ productiemiddelen
carriage of goods⇆ goederenvervoer
commercial goods⇆ handelswaar
consumer goods⇆ consumptiegoederen; ⇆ gebruiksgoederen; ⇆ verbruiksgoederen
consumption goods⇆ verbruiksgoederen
contraband goods⇆ contrabande; ⇆ smokkelwaar
deliver the goods⇆ zijn belofte nakomen
fancy goods⇆ nouveautés
goods office⇆ goederenkantoor
goods shed⇆ goederenloods
goods station⇆ goederenstation
goods traffic⇆ goederenverkeer; ⇆ vrachtverkeer
goods train⇆ goederentrein
goods van⇆ goederenwagen
goods waggon⇆ goederenwagon
household goods⇆ huisraad
ill‐gotten goods seldom prosper⇆ gestolen goed gedijt niet
luxury goods⇆ luxeartikelen
soft goods⇆ manufacturen
steel goods⇆ staalwaren
unwrought goods⇆ ruwe grondstoffen
utility goods⇆ gebruiksgoederen
white goods⇆ witgoed
worldly goods⇆ aardse goederen
good⇆ aanzienlijk; ⇆ aardig; ⇆ baat; ⇆ braaf; ⇆ fijn; ⇆ fiks; ⇆ flink; ⇆ goed; ⇆ goede; ⇆ heerlijk; ⇆ heil; ⇆ knap; ⇆ kundig; ⇆ lekker; ⇆ lief; ⇆ prettig; ⇆ ruim; ⇆ sterk; ⇆ voordeel; ⇆ welzijn; ⇆ zoet
goods‐lift⇆ goederenlift
piece‐goods⇆ geweven goederen; ⇆ stukgoederen