Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord engross

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(absorb; preoccupy)
(extreme; dire; dramatic; ultra; abject);
🔗 To say this is nonsense would be a gross understatement
(nasty; foul; lousy; low; lowlife; sleazy); ; ; ; ; ;
(draught; rough)
malneta
bruto‐
kuntara

EngelsNederlands
engross geheel in beslag nemen; grosseren; in beslag nemen; kopiëren; opslokken
engrossed in verdiept in
engross somebody beslag leggen op iemands tijd
engrossing boeiend
engrossment afschrift van een akte; grosse; opgaan; opkoping
gross bruto; bruto verdienen; dik; een brutowinst hebben van; erg; flagrant; grof; groot; gros; lomp; onbeschoft; onzuiver; ruw; schromelijk; scromelijk