Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord empower

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
empower
(authorize; entitle; warrant; mandate)
(might)
(capacity); ;
🔗 And this god has power beyond magic.
(effect)
; ;
🔗 Grace Mugabe clearly wanted more power.
(electricity)
🔗 Across the state, close to 800,000 customers remained without power Saturday evening.

EngelsNederlands
empower in staat stellen; machtigen
empower to machtigen tot
power aandrijven; bevoegdheid; elektrisch; energie; energie leveren aan; gezag; kracht; macht; mogendheid; sterkte; stroom; vermogen; volmacht