Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord double

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(dual);
tweeledig
;
tweevoudig
(duplicate; redouble)
(doppelgänger)
tweevoud
(lookalike)
(duplicate);
zich verdubbelen
🔗 Worldwide, condom sales doubled in the 1920s.
(twofold);
double bed
dupersona lito
double‐bass
(contrabass)
tweesnijdend
🔗 But power is a double‐edged sword.
(double; duplicate)
🔗 In fact, I command you to redouble your efforts.

EngelsNederlands
double doubleren; doublet; doublure; dubbel; dubbele; dubbelganger; dubbelhartig; dubbelspel; duplicaat; een dubbelrol spelen; een scherpe draai maken; in looppas marcheren; looppas; omváren; omvouwen; omzéílen; scherpe draai; tweedelig; tweeledig; tweepersoons‐; tweevoudig; verdubbelen; vouwen; zich verdubbelen
at the double! en vlug een beetje!
at the double in looppas; met gezwinde pas
double act act voor twee artiesten; duo
double agent dubbelagent; dubbelspion
double back terugkeren
double bed lits‐jumeaux; tweepersoonsbed; tweepersoonsledikant
double bend S‐bocht
double bill programme programma met twee hoofdnummers
double bind onoplosbaar dilemma
double bluff double‐bluff
double chin onderkin
double down omvouwen
double Dutch gebrabbel; koeterwaals
double entendre dubbelzinnigheid
double glazing dubbele beglazing
double one’s fist de vuist ballen
double or quits quite of dubbel; quitte of dubbel
double room tweepersoonskamer
double standard meten met twee maten
double the quantity de dubbele hoeveelheid
double track dubbel spoor; dubbelspoor
double up delen; dubbel slaan; dubbelvouwen; ineenkrimpen; omvouwen
double window tochtraam
ladies’ doubles dames‐dubbel; dames‐dubbelspel
men’s doubles heren‐dubbel; heren‐dubbelspel
mixed doubles gemengd dubbel; gemengd dubbelspel
on the double met versnelde pas
ride double met z’n tweeën op een paard rijden
see double dubbel zien
double‐bass bas; contrabas
double‐breasted met twee rijen knopen; tweerijig
double‐click dubbelklikken
double‐cross <bij bedrog een handlanger ook bedriegen>; bedriegen; beduvelen
double‐dealer gluiper; gluiperd; huichelaar
double‐dealing dubbelhartig; dubbelhartigheid; gluiperig; huichelarij
double‐decker dubbeldekker; tweedekker
double‐edged tweesnijdend
double‐faced dubbelhartig; huichelachtig
double‐flat maisonnette
double‐hearted dubbelhartig; vals
double‐jointed buitengewoon lenig
double‐minded besluiteloos; op twee gedachten hinkend; weifelend
double‐park dubbel parkeren; dubbelparkeren
double‐quick razendsnel; versneld
double‐tongued tweetongig
doubling list; uitvlucht; verdubbeling
doubly dubbel; extra; tweemaal zo
redouble redoubleren; verdubbelen; zich verdubbelen