Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord channel

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
channel
(canal)
channel
(bed)
;
stroombedding
channel
(conduct; guide; lead; wage; bring; drive; show; usher)
; ; ;
channel
(strait; straits)
channel
(fairway)
; ;
vaargeul
channel
channel
channel
(English Channel)
🔗 It will be a pretty decent day in the Channel Islands, with the small risk of a shower.
(Channel)

EngelsNederlands
Channel Kanaal
channel canneleren; cannelure; geul; groef; groeve; groeven; in bepaalde banen leiden; kanaal; kanaliseren; kil; pompen; richten; slenk; stroombed; sturen; vaargeul; vaarwater
Channel Islands Kanaaleilanden
Channel Tunnel Kanaaltunnel
television channel televisiekanaal
through diplomatic channels langs diplomatieke weg
turn the conversation into other channels het gesprek in andere banen leiden