Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord capacity
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
capacity (ability; capability; competence; competency; faculty) | ; ; | |
capacity (function; job; office; post; position) | ; ; ; ; werkkring | |
capacity (post; job; office; position; station; appointment) | ; ; ; ; ; werkkring | |
capacity (power) | ||
capacity | ; | |
; ; | ||
carrying capacity (ability too bear) | ; | porta povo |
carrying capacity (ability too bear) | ; | porta povo |
loading capacity | ; scheepslast ; tonnage | |
incapacity (impotence; powerlessness) | ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
capacity | ⇆ bekwaamheid; ⇆ capaciteit; ⇆ debiet; ⇆ hoedanigheid; ⇆ inhoud; ⇆ kwaliteit; ⇆ productievermogen; ⇆ ruimte; ⇆ vatbaarheid; ⇆ vermogen; ⇆ volume |
cargo capacity | ⇆ laadruimte |
carrying capacity | ⇆ draagkracht; ⇆ draagvermogen; ⇆ laadvermogen |
contractual capacity | ⇆ handelingsbekwaamheid; ⇆ handelingsbevoegdheid |
cubic capacity | ⇆ cilinderinhoud |
filled to capacity | ⇆ helemaal vol |
full to capacity | ⇆ helemaal vol |
germination capacity | ⇆ kiemkracht |
holding capacity | ⇆ laadruimte |
in his capacity as | ⇆ in zijn hoedanigheid van |
in his capacity of | ⇆ in zijn functie van; ⇆ in zijn hoedanigheid van; ⇆ in zijn kwaliteit van |
in the capacity of | ⇆ qua |
lifting capacity | ⇆ hefvermogen |
measure of capacity | ⇆ inhoudsmaat; ⇆ ruimtemaat |
productive capacity | ⇆ productievermogen; ⇆ productiviteit |
slender capacity | ⇆ weinig aanleg |
capacities | ⇆ bekwaamheden |
incapacity | ⇆ arbeidsongeschiktheid; ⇆ insolventie; ⇆ onbekwaamheid; ⇆ onbevoegdheid |
lift‐capacity | ⇆ draagvermogen |