Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord bounce

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(rebound; recoil; ricochet; bank);
resalti
(discharge; dismiss; fire; sack; oust; remove; expel; jilt; chuck; ditch; give the push; send packing; give the sack; give the boot; give the mitten)

EngelsNederlands
bounce bluf; bons; bonzen; de bons geven; eruit smijten; fut; gemene boef; geweigerd worden; grote leugen; huppelen; kaatsen; laten stuiten; leugen; opsnijden; opsnijerij; opspringen; pardoes; pit; slag; springen; sprong; stoot; stuiten; stuiteren; veerkracht; veerkrachtigheid; weigeren
bounce against aankwakken tegen
bounce into binnenstormen
bounce up against aanbonzen tegen
bouncing kolossaal; stevig