Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord bespatter

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
spatter
spatter
(sprinkle; water)
; ; ;

EngelsNederlands
bespatter bekladden; bekwijlen; bespatten
spatter bekladden; bespatten; doen spatten; spat; spatten; spetteren