Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord agreement
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(tuning; attunement) | ||
(accord; accordance; concurrence; consonance; concurrency; chord; concord; deal) | ; ; | |
(accord; deal; pact; mutual agreement) | ; | |
(contract; compact; deal) | ||
(concord; consonance; harmony) | ||
(agree; accord; be in accord) | het eens zijn | |
🔗 A senior government source told me that Berlin will only send Leopards if the US is in agreement. | ||
coalition agreement | ; | koalicia interkonsento |
commercial agreement (trade agreement; trade accord; trade deal) | ||
(trade accord; trade deal; commercial agreement) | ; | |
🔗 The president, we know, has a history of putting together really small deals and calling them momentous trade agreements. | ||
(accord; be in accord; be in agreement) | het eens zijn ; ; | |
; | ||
(assent) | het eens zijn ; | |
🔗 Then you agree? | ||
(concur) | het eens zijn | samopinii |
🔗 We’re not going to agree on this. | ||
(come to an agreement; come into accord; reach an accord; get along; make terms) | het eens worden ; | |
(coincide; fit together; match; be congruent) | ||
(agree to; accede to; go along with) | konsenti pri |
Engels | Nederlands |
---|---|
agreement | ⇆ afspraak; ⇆ akkoord; ⇆ instemming; ⇆ overeenkomst; ⇆ overeenstemming; ⇆ verdrag; ⇆ vergelijk |
according to agreement | ⇆ volgens afspraak |
be in agreement | ⇆ het eens zijn |
coalition agreement | ⇆ coalitieakkoord; ⇆ regeerakkoord |
collective agreement | ⇆ CAO; ⇆ collectieve arbeidsovereenkomst |
collective wage agreement | ⇆ CAO; ⇆ collectieve arbeidsovereenkomst |
commercial agreement | ⇆ handelsdeal; ⇆ handelsovereenkomst |
contrary to agreement | ⇆ tegen de afspraak |
cooperation agreement | ⇆ samenwerkingsovereenkomst |
labour agreement | ⇆ arbeidsovereenkomst |
price agreement | ⇆ prijsafspraak |
purchase agreement | ⇆ koopovereenkomst |
stand by the agreement | ⇆ zich houden aan de afspraak |
trade agreement | ⇆ handelsakkoord; ⇆ handelsdeal; ⇆ handelsovereenkomst |
verbal agreement | ⇆ mondelinge afspraak |
agree | ⇆ aannemen; ⇆ accorderen; ⇆ afspreken; ⇆ akkoord gaan; ⇆ beamen; ⇆ het eens worden; ⇆ het eens zijn; ⇆ in overeenstemming brengen; ⇆ overeenkomen; ⇆ overeenstemmen; ⇆ overweg kunnen; ⇆ samengaan |