Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord agree
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(accord; be in accord; be in agreement) | het eens zijn ; ; | |
; | ||
(assent) | het eens zijn ; | |
🔗 Then you agree? | ||
(concur) | het eens zijn | samopinii |
🔗 We’re not going to agree on this. | ||
(come to an agreement; come into accord; reach an accord; get along; make terms) | het eens worden ; | |
(coincide; fit together; match; be congruent) | ||
(agree to; accede to; go along with) | konsenti pri | |
(accede to; go along with) | konsenti pri | |
🔗 He would not agree to this. | ||
agree with | ; | |
(enjoyable; lovely; nice; pleasant; congenial) | ; ; | |
(pleasant; enjoyable) | ||
(good‐hearted) | ; ; ; toegevend | konsentema |
(benevolent; kind; sympathetic; accommodating; amiable) | ||
(pleasing; nice; pleasant) | welgevallig | plaĉa |
(okay; admittedly) | konsentite | |
(okay) | ||
(tuning; attunement) | ||
(accord; accordance; concurrence; consonance; concurrency; chord; concord; deal) | ; ; | |
(accord; deal; pact; mutual agreement) | ; | |
(contract; compact; deal) | ||
(concord; consonance; harmony) | ||
disagree (differ) | malsamopinii | |
(be at odds) | het oneens zijn | |
🔗 So everything Mr. Davis agrees or disagrees with in talks with Brussels will be taken with a pinch of salt. | ||
disagree (be different; differ) | ||
disagree (differ) | malsami |
Engels | Nederlands |
---|---|
agree | ⇆ aannemen; ⇆ accorderen; ⇆ afspreken; ⇆ akkoord gaan; ⇆ beamen; ⇆ het eens worden; ⇆ het eens zijn; ⇆ in overeenstemming brengen; ⇆ overeenkomen; ⇆ overeenstemmen; ⇆ overweg kunnen; ⇆ samengaan |
agree in | ⇆ zich verenigen met |
agree like dogs and cats | ⇆ als hond en kat leven |
agree on | ⇆ afmaken; ⇆ overeenkomen |
agree to | ⇆ akkoord gaan met; ⇆ toestemmen in |
agree upon | ⇆ afmaken; ⇆ afspreken; ⇆ een afspraak maken om |
agree with | ⇆ akkoord gaan met; ⇆ bekomen; ⇆ goed doen; ⇆ instemmen met; ⇆ overeenkomen met; ⇆ overeenstemmen met; ⇆ overweg kunnen met; ⇆ zich verenigen met |
agree with somebody | ⇆ iemand bijvallen; ⇆ iemand gelijk geven; ⇆ met iemand meegaan |
… doesn’t agree with me | ⇆ ik verdraag geen … |
it does not agree with me | ⇆ het bekomt me slecht |
agreeable | ⇆ aangenaam; ⇆ bereid; ⇆ genoeglijk; ⇆ overeenkomstig; ⇆ prettig; ⇆ welgevallig |
agreed! | ⇆ aangenomen!; ⇆ akkoord! |
agreed | ⇆ akkoord; ⇆ waarover overeenstemming is bereikt |
agreement | ⇆ afspraak; ⇆ akkoord; ⇆ instemming; ⇆ overeenkomst; ⇆ overeenstemming; ⇆ verdrag; ⇆ vergelijk |
disagree | ⇆ het oneens zijn; ⇆ niet passen; ⇆ van mening verschillen; ⇆ verschillen |