Engels–Afrikaanse woordeboek

Afrikaanse vertaling van die Engelse woord coachwork

Engels → Afrikaans
  
EngelsAfrikaans (onregstreeks vertaal)Esperanto
(carriage; waggon; van; truck);
🔗 The collision derailed two coaches carrying more than 90 people on the stationary train, the official told Reuters.
(bus; motor‐bus)
(instructor; trainer)
(function; operate; run; perform; act)
(labour);
🔗 I’m working for Sladen.
(labour)
🔗 Work started in 1907 and the building was completed in 1908.
🔗 Some people have referred to that as a work of fiction
(act; be effective; have effect; impact; impinge; avail; be efficacious; exert; have an effect; produce an effect)
🔗 The forces of society work against you.
(cultivate; farm; grow);

EngelsAfrikaans
coachwork bakwerk
coach afrig; afrigter; brei; breier; dresseer; dresseerder; dril; drilbaas; driller; drilmeester; koets; oefen; oefenmeester; passasierswa; privaatonderwyser; rytuig; vervoer; voorberei
work arbei; arbeid; bearbei; bereken; bewerk; doen; eksploiteer; gis; hanteer; knie; laat werk; maak; oplos; rys; teweegbring; tot stand bring; uitreken; uitsyfer; uitvoer; uitwerking; uitwerking hê; veroorsaak; verrig; verwerk; werk; werk op; werksaamheid