Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord uitput

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels (onregstreeks vertaal)Esperanto
(van; vanuit); ;
🔗 Ruolie uit die Midde‐Ooste word in Rotterdam via ’n uitgebreide pypleidingstelsel verder Europa in vervoer.

AfrikaansEngels
uitput break; consume; deplete; drain; exhaust; impoverish; jade; rack; run down; stale; use up; wear; wear down; work out
hom uitput exhaust oneself
onuitputlik never failing; exhaustless; unfailing; inexhaustible; inexhaustive; undrainable; wasteless
put cesspit; cesspool; derive; draw; pit; well
uit air; away; breathe; from among; from amongst; out of bounds; discourse; emit; enunciate; express; out; utter; from; lip; of; off; out of; over; pronounce; through; give voice to
uitgeput blown; exhausted; careworn; effete; fagged; prostrate; fordone; napoo; tired out; overdone; overworked; overworn; run‐down; sapless; spent; used up; weary; worn
uitputlik exhaustible
uitputtend exhaustive; gruelling
uitputting depletion; distress; drain; exhaustion; prostration; inanition