Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord betaamlik

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels
betaamlik becoming; befitting; beseeming; decent; due; fitting; proper; seemly
betaam become; befit; behove; beseem; fit
betaamlikheid becomingness; convenance; decency; decorum; fitness; seemliness
onbetaamlik spicy; immodest; improper; indecent; indecorous; misbecoming; not the proper thing to do; unbecoming; unbefitting; unbeseeming; undue; unfitting; unseemly; untoward; unworthy