Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord afbreek

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels (onregstreeks vertaal)Esperanto

AfrikaansEngels
afbreek break off; chip off; crack; cut short; demolish; destroy; disconnect; discontinue; dismantle; go snap; intermit; interrupt; nip off; part; preach down; pull down; raze; run down; sever; snap off; stop; strike; unmake
afbraak debris; demolition
afbreeksel debris
afbrekend destructive
afbreker demolisher; detractor; housebreaker
afbreking aposiopesis; demolition; disconnection; discontinuance; discontinuity; disengagement; dismantlement; dismantling; fault; termination; razing
afgebroke abrupt; discontinuous; interrupted; intermittent; incoherent
breek break; breakage; be cracking; crush; craze; crock; fault; fracture; shatter; go to pieces; keck; knap; part; come to pieces; refract; rupture; snap; smash; spall
onafgebroke continued; continuous; consecutively; constantly; incessant; incessantly; without intermission; without interruption; never‐ceasing; unbroken; unceasing; unintermittent; uninterrupted