Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes wijken
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
; sich wegbeugen ; sich abneigen ; sich abkehren | ||
🔗 Het toestel is waarschijnlijk sterk van zijn koers afgeweken en ergens ten westen van Australië in zee terechtgekomen. | ||
; | ||
🔗 Het was niet voor het eerst dat Hugo F. van het rechte pad afweek, want al in 1996 liep hij zijn eerste veroordeling op. | ||
(schelen; uiteenlopen; verschillen) | ; differieren ; sich unterscheiden | |
🔗 Onze openingstijden tijdens kerst wijken af van onze normale openingstijden. | ||
(mijden; omzéílen; uit de weg gaan; vermijden) | ; entweichen ; ; vermeiden ; aus dem Wege gehen ; entgehen | |
🔗 ’s Nachts zou het niet moeilijk zijn ze te ontwijken, maar het zou nog verscheidene uren duren voor het donker werd. | ||
(vermijden; ontlopen) | ||
(emigreren; uittrekken) | ||
🔗 De rebellen van de zelfverklaarde Volksrepubliek Doneck bevestigden het vertrek en zeggen dat zij zijn uitgeweken naar het nabijgelegen Kramatorsʹk. | ||
(buurt; stadswijk) | ; | |
🔗 Al doorzoek je de Chinese wijk, dan vind je ze nog niet. |