Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes vlieg

Niederländisch	Deutsch (indirekt übersetzt)	Esperanto
vlieg‐ (lucht‐; luchtvaart‐)	Luftfahrt‐ ; Luft‐ ; Flug‐	aviada
vlieg	Fliege	muŝo
🔗 Een wolk enorme zwarte vliegen zoemde luid boven de met bloed bespatte stenen.
Spaanse vlieg (cantharide)	Kantharide ; spanische Fliege	kantarido
aasvlieg	Aasfliege	kadavromuŝo
bananevlieg	Taufliege	bananmuŝo
eendagsvlieg	Eintagsfliege	efemero
gaasvlieg	Florfliege	krizopo
strontvlieg (aasvlieg)	Aasfliege	kadavromuŝo
tseetseevlieg	Tsetsefliege	ceceo
vliegen	fliegen	aviadi
🔗 Natuurlijk vloog Jim de volgende dag een paar keer laag over haar huis.
vliegen	fliegen	flugi
🔗 En er vliegt zo’n zwarte vogel boven ons rond.