Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes klimmen
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
(klauteren) | ; | |
🔗 Meteen opende Cugel het venster en klom naar binnen. | ||
(bestijgen; naar boven gaan; opgaan; opstijgen; stijgen; omhooggaan) | ; ersteigen ; heraufgehen ; ; hinaufsteigen | |
daraufklettern ; hinaufklettern ; erklettern ; ersteigen ; | ||
🔗 Sommige mannen beklommen de helling. | ||
(klimpartij) | Klettern ; Kletterei | |
🔗 De klim scheen mij oneindig lang te duren. | ||
Kletterhortensie | grimpa hortensio | |
Steigeisen | ||
Aszension | ||
(klim) | Klettern ; Kletterei | |
🔗 Maar voorbij het bruggetje over een wild bruisende waterval begon de grote klimpartij. | ||
Kletterpflanze | ||
🔗 Met deze klimplant kunnen we ze vastbinden voordat ze bijkomen. | ||
Kletterrose | ||
🔗 Zijn vrouw wilde natuurlijk liever klimrozen, maar hij wilde klimop. | ||
Indischer Spinat ; Malabarspinat ; Ceylonspinat | ||
Bergseil | ||
emporklettern ; hochklettern | ||
🔗 Hij maakte dat hij wegkwam en klom de trappen weer op. | ||
hinüberklettern ; überklettern | ||
herausklettern |