Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes bijten

Niederländisch	Deutsch (indirekt übersetzt)	Esperanto
bijten	korrodieren ; anfressen ; zerfressen ; ätzen ; sich einfressen in	korodi
bijten (happen)	beißen	mordi
🔗 Als hij hierdoor gebeten werd, zou hij binnen enkele minuten dood zijn.
afbijten	abbeißen	demordi
🔗 Zarfo beet een groot stuk worst af.
doorbijten (doorzetten; het houden; het uithouden; voet bij stuk houden; volharden; volhouden)	ausdauern ; aushalten ; beharren ; bestehen ; verharren	persisti
ontbijten	frühstücken	matenmanĝi
🔗 Heb je al ontbeten?
uitbijten (aantasten; corroderen; uitvreten; wegvreten)	korrodieren ; anfressen ; zerfressen ; ätzen ; sich einfressen in	korodi
verbijten (detineren; inhouden; reserveren; terughouden; wederhouden)	zurückhalten	reteni
🔗 Heer Ollie verbeet zijn woede.