Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais buigen

néerlandais → français
  
néerlandaisfrançais (traduit indirectement)espéranto
(doorbuigen; ombuigen)
courber
;
fléchir
;
ployer
(doen overhellen; neigen)
incliner
(krommen; verbuigen)
courber
(buigen; ombuigen)
courber
;
fléchir
;
ployer
(buigen; krommen; verbuigen)
courber
(buigen; doorbuigen)
courber
;
fléchir
;
ployer
(rechten; rechtmaken)
rectifier
rektigi
(herleiden; inkrimpen; reduceren; vereenvoudigen);
réduire
🔗 Frankrijk heeft zijn tekort de afgelopen jaren vooral met hogere belastingen teruggebracht.
ramener
;
reporter
🔗 Ze brengen haar wel terug als ze haar verkracht hebben.
ramener
;
rappeler
(buigen; krommen)
courber