English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word vocal

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
vocal
(oral)
vocaal
vocal cords
stembanden
voĉkordoj
vocalist
(singer)
vocalist
(female singer; singer)
(organ; part)
🔗 He loosed his hold on Rand, and sadness filled his voice.
(articulate; put; state; utter); ; ;
🔗 Opposition to the tariffs was also voiced by prominent Republicans.
🔗 In Latin, in the present, imperfect, and future tenses, voice is determined by the personal ending found on the verb.

EnglishDutch
vocal gesproken; luid; luidruchtig; mondeling; stem‐; uitgesproken; van de stem; vocaal; weerklinkend; zich uitend
vocal cord stemband
vocal cords stembanden
vocal performer zanger
vocal register stemomvang
vocal with weerklinkend van
vocalist chanteur; vocalist; zanger; zangeres
vocalize laten horen; uitspreken; zingen
vocally vocaal
vocals zang
voice geluid; roepstem; spraak; stem; stemgeluid; stemhebbend maken; stemmen; uiten; uiting geven aan; verkondigen; vertolken; vorm; wijs