Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word luidruchtig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(lawaaierig; rumoerig; schreeuwerig);
vociferous
;
clamorous
(lawaaierig)
🔗 Janesse snoof woedend en luidruchtig toen ze Deirdre over wetten hoorde spreken.
(hard; hardop; luide); ;
🔗 Toch lachtte hij luider dan enig ander en liet niet merken wat er in hem omging.
(hard)
🔗 Het is het luidste geluid ooit gemeten onder vissoorten.

DutchEnglish
luidruchtig boisterous; clamant; clamorous; loud; loud‐mouthed; noisy; obstreperous; obstreperously; robustious; uproarious; vocal; vociferous; vociferously
luid aloud; clamorous; loud; loudly; vocal
luidruchtigheid noisiness; obstreperousness