English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word troop

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
troop
(band; horde)
;
(troupe)
🔗 I went to the woods and came upon a place where the troop had camped.
(forces; armed forces)
🔗 But with Russian troops advancing on the capital Kyiv, it’s a price some say the West should be willing to pay.

EnglishDutch
troop bende; drom; half eskadron; hoop; horde; troep
household troops koninklijke lijfgarde
in troops bij troepen; troepsgewijs; troepsgewijze
troop about in troepen rondzwerven
troop away troepsgewijs aftrekken
troop concentration troepenconcentratie
troop in in drommen binnenkomen
troop off troepsgewijs aftrekken
troops in support steuntroepen
troop the colours een vaandelparade houden
shock‐troops stoottroepen
troops man; troepen
troop‐ship transportschip; troepentransportschip