English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word tax

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
tax
tax
(toll; levy)
tax abatement
(tax reduction; tax relief)
tax advisor
(tax consultant)
tax avoidance
tax burden
tax collector
(revenue agent)
tax collector
; ;
tax collector’s office
tax consultant
(tax advisor)
tax deduction
tax dodging
(tax evasion)
fraŭda impostevitado
tax due
(taxes due)
taxes due
(tax due)
tax evasion
(tax dodging)
fraŭda impostevitado
tax form
tax haven
tax hike
(tax increase)
tax increase
(tax hike)
(revenue‐officer)
🔗 Within hours, Putin revealed that he wanted to replace Medvedev with a little‐known tax official named Michail Mišustin, who didn’t even have an English‐language Wikipedia page on Wednesday morning.
tax practitioner
(tax consultant; tax advisor)
tax rate
imposttarifo
tax reduction
(tax abatement; tax relief)
tax relief
(tax abatement; tax reduction)
tax return
(return)
tax revenue
tax system
(fiscal system; system of taxation)
tax with
(accuse of; charge with; impeach of; indict for)
tax with
(accuse of; charge with; impeach of; indict for)
beschuldigen van
kulpigi pri
tourist tax
overtax
(use up; wear out)		; ; ;
overtax
;
misbruik maken van
trouzi
taxable
(rateable)
taksita
tax‐free
(duty‐free)		;
🔗 Evidence presented to the Zondo commission suggests that this was part of a plan by Zuma and his allies to steal taxpayers’ money from the utility, including through lucrative coal supply contracts.

EnglishDutch
tax⇆ belasten; ⇆ belasting; ⇆ beproeving; ⇆ beschuldigen; ⇆ last; ⇆ op de proef stellen; ⇆ schatting; ⇆ schatting opleggen; ⇆ taks; ⇆ zwaar op de proef stellen
be a tax on⇆ veel vergen van
capital transfer tax⇆ kapitaalsoverdrachtbelasting
company tax⇆ vennootschapsbelasting
consumer tax⇆ verbruiksbelasting
consumption tax⇆ verbruiksbelasting
corporation tax⇆ vennootschapsbelasting
coupon tax⇆ dividendbelasting
dividend tax⇆ dividendbelasting
entertainment tax⇆ vermakelijkheidsbelasting
excess‐profits tax⇆ overwinstbelasting
export tax⇆ uitvoerbelasting
gift tax⇆ schenkingsrecht
head tax⇆ hoofdelijke omslag
impose a tax on⇆ belasten
income tax⇆ inkomstenbelasting
indirect tax⇆ indirecte belasting
inspector of taxes⇆ inspecteur der belastingen
levy a tax on⇆ belasting heffen van
levy taxes on⇆ belasting heffen van
pay‐as‐you‐earn income tax⇆ loonbelasting
personal tax⇆ personele belasting
property tax⇆ vermogensbelasting
rates and taxes⇆ gemeente‐ en rijksbelastingen
road tax⇆ wegenbelasting
tax abatement⇆ belastingverlaging
tax advisor⇆ belastingadviseur
tax avoidance⇆ belastingontwijking; ⇆ belastingvermijding
tax burden⇆ belastingdruk
tax collector⇆ belastinggaarder; ⇆ belastinginner; ⇆ ontvanger; ⇆ ontvanger der belastingen
tax collector’s office⇆ belastingkantoor; ⇆ ontvangerskantoor
tax concession⇆ belastingfaciliteit
tax consultant⇆ belastingadviseur; ⇆ belastingconsulent
tax cut⇆ lastenverlichting
tax deduction⇆ belastingaftrek
tax department⇆ belastingdienst
tax dodging⇆ belastingontduiking
tax due⇆ belastingschuld
taxes due⇆ belastingschuld
tax evasion⇆ belastingontduiking
tax exile⇆ <iemand die om fiscale redenen in het buitenland woont>
tax form⇆ aangiftebiljet
tax haven⇆ belastingparadijs
tax hike⇆ belastingverhoging; ⇆ lastenverzwaring
tax increase⇆ belastingverhoging; ⇆ lastenverzwaring
tax official⇆ belastingambtenaar
tax practitioner⇆ belastingadviseur
tax rate⇆ belastingtarief
tax rebate⇆ belastingteruggave
tax reduction⇆ belastingverlaging
tax relief⇆ belastingfaciliteit; ⇆ belastingverlaging; ⇆ belastingvermindering; ⇆ lastenverlichting
tax return⇆ belastingaangifte; ⇆ belastingaangifteformulier
tax revenue⇆ belastingopbrengst
tax system⇆ belastingstelsel
tax with⇆ beschuldigen van; ⇆ betichten van
tourist tax⇆ toeristenbelasting
value added tax⇆ BTW; ⇆ omzetbelasting
before‐tax⇆ vóór aftrek van belasting
dog‐tax⇆ hondenbelasting
eco‐tax⇆ milieubelasting
inheritance‐tax⇆ successiebelasting; ⇆ successierechten
land‐tax⇆ grondbelasting; ⇆ grondlasten
overtax⇆ al te zwaar belasten; ⇆ overbelasten; ⇆ te veel vergen van
poll‐tax⇆ hoofdgeld; ⇆ personele belasting
supertax⇆ extra belasting
surtax⇆ extra belasten; ⇆ extra belasting; ⇆ toeslag
taxable⇆ belastbaar; ⇆ belastingplichtig
taxation⇆ belasting; ⇆ belastingheffing
tax‐deductible⇆ aftrekbaar
taxes⇆ belasting
tax‐exempt⇆ onbelastbaar
tax‐farmer⇆ tollenaar
tax‐free⇆ belastingvrij; ⇆ onbelastbaar; ⇆ taxfree
taxing⇆ belastend; ⇆ inspannend; ⇆ moeilijk; ⇆ zwaar
taxman⇆ belastingontvanger
taxpayer⇆ belastingbetaler