English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word substance

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
substance (matter; stuff)	stof ; substantie ; zelfstandigheid	substanco
🔗 We found this substance that seemed to play a big rôle, but we didn’t know what it was.
substance (contents; content)	inhoud	enhavo
substantial (essential; inherent; innate; integral; intrinsic; vital)	wezenlijk	esenca
substantial (big; great; large; major; ample; mickle)	beroemd ; groot	granda
substantial (considerable; sizeable; real; significant; appreciable; worthy of consideration)	aanzienlijk ; flink	konsiderinda
🔗 A substantial increase would seem appropriate.
substantial (a lot of; much; plenty of; a good deal of; a great deal; a great deal of; a pack of; a whole lot)	een hoop ; heel wat ; veel	multa
substantial	substantieel	substanca

English	Dutch
substance	⇆ degelijkheid; ⇆ essentie; ⇆ hoofdzaak; ⇆ kern; ⇆ stof; ⇆ substantie; ⇆ vermogen; ⇆ voornaamste; ⇆ wezen; ⇆ wezenlijkheid; ⇆ zelfstandigheid
in substance	⇆ in hoofdzaak; ⇆ in wezen; ⇆ inhoudelijk
of substance	⇆ welgesteld
sum and substance	⇆ kern
take the shadow for the substance	⇆ zich aan de schijn vergapen
the substance of the matter	⇆ de kern van de zaak
substantial	⇆ aanzienlijk; ⇆ bestaand; ⇆ degelijk; ⇆ flink; ⇆ kapitaal; ⇆ kapitaalkrachtig; ⇆ kloek; ⇆ solide; ⇆ solied; ⇆ stevig; ⇆ stoffelijk; ⇆ substantieel; ⇆ welgesteld; ⇆ werkelijk; ⇆ wezenlijk
substantiate	⇆ met bewijzen staven; ⇆ onderbouwen; ⇆ staven; ⇆ verwezenlijken