English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word proceed
| English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
🔗 He would proceed with caution. | ||
proceed with (continue; maintain; sustain; resume; get on) | verder gaan met | |
proceedings (bustle; exertion; striving) | streven | |
| English | Dutch |
|---|---|
| proceed | ⇆ aan de gang zijn; ⇆ gaan; ⇆ te werk gaan; ⇆ verder gaan; ⇆ verlopen; ⇆ vervolgen; ⇆ voortgaan; ⇆ voortgang hebben; ⇆ voortkomen; ⇆ voortschrijden; ⇆ vorderen; ⇆ zich begeven; ⇆ zich voltrekken |
| legal proceedings | ⇆ gerechtelijke stappen; ⇆ proces; ⇆ rechtszaak |
| proceed against | ⇆ gerechtelijke stappen nemen tegen; ⇆ procederen tegen; ⇆ vervolgen |
| proceed against somebody | ⇆ iemand gerechtelijk vervolgen |
| proceed from | ⇆ komen uit; ⇆ komen van; ⇆ ontspruiten aan; ⇆ ontspruiten uit; ⇆ ontstaan uit; ⇆ voortkomen uit; ⇆ voortspruiten uit |
| proceed on | ⇆ vervolgen; ⇆ voortzetten |
| proceed to | ⇆ beginnen te; ⇆ gaan naar; ⇆ overgaan tot; ⇆ zich begeven naar |
| proceed to action | ⇆ tot daden overgaan; ⇆ tot handelen overgaan |
| proceed with | ⇆ verder gaan met; ⇆ voortzetten |
| that proceeds from | ⇆ dat is afkomstig van |
| proceeding | ⇆ handelen; ⇆ handelwijze; ⇆ maatregel |
| proceedings | ⇆ actie; ⇆ handelingen; ⇆ optreden; ⇆ procedure; ⇆ proces; ⇆ werkzaamheden |