English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word overbalance
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
balance (fly; balance‐wheel) | ||
balance (poise; bob) | ||
balance (balance with a bank; bank balance) | ||
balance | ||
balance | ; | saldi |
balance (scales) | ; | |
balance (equilibrium) | ; | |
balance (assess) | de balans opmaken | |
balance | in balans zijn ; in evenwicht zijn | egalpezi |
balance | in balans brengen | egalpezigi |
balance (remainder; rest) | ||
balance (stabilize; steady) | ||
(above; more than; north of; upwards of) | ; meer dan ; | |
🔗 No adverse effects were found in heavy coffee drinkers aged over 55. | ||
(above; beyond; up) | ; | |
(at; by; on; upon; to) | ||
(about; concerning; for; of; regarding; after; on; with; upon; in; as to; into; toward) | ; ; | |
🔗 On July 29, Michigan declared a state of emergency over Parchment’s water. | ||
(across; beyond; on the other side of; to the other side of; on this other side of) | ; | |
🔗 People cried out from every side, men and women shouting over one another. | ||
(last; past; passed) | ; ; ; | |
🔗 It’s over. | ||
(during; at; for; by) | ; | |
🔗 The rain also caused widespread travel disruption over the weekend. |
English | Dutch |
---|---|
overbalance | ⇆ het evenwicht doen verliezen; ⇆ het evenwicht verliezen; ⇆ meer wegen dan; ⇆ overschot; ⇆ overwicht |
balance | ⇆ balanceren; ⇆ balans; ⇆ banksaldo; ⇆ bilan; ⇆ evenwicht; ⇆ evenwichtigheid; ⇆ harmonie; ⇆ in balans zijn; ⇆ in evenwicht brengen; ⇆ in evenwicht houden; ⇆ in evenwicht zijn; ⇆ in harmonie zijn; ⇆ kloppen; ⇆ onrust; ⇆ opwegen tegen; ⇆ rest; ⇆ salderen; ⇆ saldo; ⇆ sluiten; ⇆ sluitend maken; ⇆ tegen elkaar afwegen; ⇆ tegenwicht; ⇆ tegoed; ⇆ uitbalanceren; ⇆ vereffenen; ⇆ verevenen; ⇆ waag; ⇆ weegschaal |
over | ⇆ aangaande; ⇆ achter de rug; ⇆ afgelopen; ⇆ bij; ⇆ boven; ⇆ daarboven; ⇆ gedurende; ⇆ in de loop der; ⇆ in verband met; ⇆ inzake; ⇆ meer dan; ⇆ naar aanleiding van; ⇆ omver; ⇆ onder het genot van; ⇆ opnieuw; ⇆ over; ⇆ over … heen; ⇆ uit; ⇆ voorbij |