Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word evenwicht

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(balans)
equilibrium
;
balance
🔗 De ongelukkige verloor het evenwicht en stortte met zijn vrachtje ter aarde.
(statica)
statics
(balans; equilibrium; evenwicht)
equilibrium
;
balance
;
self‐assurance
;
assurance
(belang; belangrijkheid; betekenis)
concern
; ;
significance
; ; ;
(zwaarte)
🔗 Het gewicht van het zwaard begon haar uit putten.

DutchEnglish
evenwichtbalance; counterpoise; equilibration; equilibrium; equipoise; poise
een evenwicht vinden tussenstrike a balance between
het evenwicht bewarenkeep one’s balance
het evenwicht herstelleneven up; redress the balance; restore the balance
het evenwicht verliezenoverbalance; lose one’s balance
het evenwicht verstorenupset the balance
in evenwichton an even keel; in equilibrium; evenly balanced
in evenwicht brengenequilibrate; poise; stabilize; bring into equilibrium; balance
in evenwicht houdencounterpoise; equilibrate; poise; keep in equilibrium; balance
uit het evenwicht brengenunbalance; unhinge
uit zijn evenwichtoff balance; off one’s balance
uit zijn evenwicht brengenunbalance
wankel evenwichtshaky balance
evenwichtsleerstatics
evenwichtsorgaanorgan of equilibrium
evenwichtsreactieequilibrium reaction
evenwichtsstoornisequilibrium disorder; disequilibrium
gewichtavoirdupois; concern; concernment; consequence; gravity; importance; imports; moment; prestige; weight; significance; stress; heft
machtsevenwichtbalance of power