English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word obstinacy

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(wilfulness; stubbornness; pigheadedness);
stijfhoofdigheid
;
🔗 “No”, said Guyal, with sudden obstinacy.
obstinate
(intractable; refractory; stubborn)
kontraŭstarema
(stubborn; dogged; headstrong; inveterate; wilful; balky); ; ; ;
stijfhoofdig
;
🔗 You are the most obstinate creature alive!

EnglishDutch
obstinacy halsstarigheid; halsstarrigheid; hardleersheid; hardnekkigheid; koppigheid; stijfhoofdigheid; stijfkoppigheid
obstinate balsturig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; hardnekkig; koppig; obstinaat; stijfhoofdig; stijfkoppig