English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word navigation

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
navigation
;
navigation
zeevarend
inland navigation
rivera navigado
circumnavigation
(periplus)
navigate
;

EnglishDutch
navigation navigatie; scheepvaart; stuurmanskunst; vaart
inland navigation binnenscheepvaart; binnenvaart
school of navigation zeevaartschool
circumnavigation omvaring; omzeiling
navigate besturen; bevaren; de route aangeven; kaartlezen; navigeren; stevenen; varen; varen op