English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word left hand

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
left‐hand
(left)
linker‐
;
left hand
(hand over); ;
ter hand stellen
(labourer; operative; worker; working man; workman)
🔗 Scales laid a hand on his shoulder.
(convey; hand over; pass; assign; deliver; transmit; transfer; turn over); ; ; ;
(veteran; ex‐serviceman)
(indicator)
(left‐hand)
linker‐
;
left
(left side)
;
maldekstra flanko
left
(to the left)
left
(left over; remaining)
; ;
(on the left)
🔗 Thai is written from left to right and th vowels are placed around the consonants.

EnglishDutch
left hand linkerhand
left‐hand linker‐; links
left‐hand drive linkse besturing; met het stuur aan de linkerkant
left‐hand side linkerzij; linkerzijde
on the left‐hand side aan de linkerkant
hand aangeven; aanreiken; afgeven; arbeider; arbeidskracht; geven; hand; handschrift; handtekening; handvol; kaart; kam; man; overhandigen; overreiken; poot; spel; speler; ter hand stellen; toereiken; voorpoot; wijzer
left achtergelaten; bijdehands; linker; linkerhand; linkerkant; linkervleugel; linker‐; links; nagelaten