English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word laid‐up

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
laid up (bed‐ridden; confined to one’s bed)	bedlegerig	litmalsana
lay (put down)	leggen ; neerleggen	kuŝigi
🔗 A cold hand was laid on his shoulder.
lay	leke‐ ; wereldlijk	laika
lay (put off; take off; put down)	afdoen ; afleggen ; afzetten ; uitdoen ; uitkrijgen ; uittrekken	demeti
lay	dekken	primeti

English	Dutch
laid‐up	⇆ opgelegd
laid up	⇆ bedlegerig; ⇆ door ziekte in bed
laid	⇆ gedekt
lay	⇆ aangaan; ⇆ aanleggen; ⇆ amateur‐; ⇆ ballade; ⇆ bannen; ⇆ beleggen; ⇆ bezweren; ⇆ dekken; ⇆ een beurt geven; ⇆ gereedzetten; ⇆ indienen; ⇆ installeren; ⇆ klaarzetten; ⇆ leg; ⇆ leggen; ⇆ leken‐; ⇆ leke‐; ⇆ lied; ⇆ ligging; ⇆ neerleggen; ⇆ neuken; ⇆ nummertje; ⇆ plaatsen; ⇆ smeden; ⇆ spannen; ⇆ verwedden; ⇆ wereldlijk; ⇆ wip