English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word glove

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(mitten)
gardening glove
ĝardenganto
lady’s glove
(foxglove; purple foxglove; common foxglove)
gewoon vingerhoedskruid
;

EnglishDutch
glove bokshandschoen; handschoen
be hand in glove het eens zijn; koek en ei zijn
be hand in glove with dikke vrienden zijn met
fencing glove schermhandschoen
fit like a glove als aangegoten zitten; als gegoten zitten; als gegoten zittend
gardening glove tuinhandschoen
glove compartment dashboardkastje; handschoenenkastje; handschoenenvakje
hand and glove twee handen op één buik
handle somebody without gloves iemand hardhandig aanpakken
handle somebody without the gloves iemand hardhandig aanpakken
kid glove glacé; glacéhandschoen
lady’s glove gewoon vingerhoedskruid; vingerhoedskruid
rubber glove gummihandschoen; rubberhandschoen
take off the gloves op de vuist gaan; zich ervoor zetten
take up the glove de handschoen opnemen
throw down the glove de handschoen toewerpen
with kid gloves met fluwelen handschoenen
boxing‐glove bokshandschoen
glove‐fight bokspartij; bokswedstrijd
glover handschoenmaker
riding‐glove rijhandschoen