English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word final score

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(conclusive; last; ultimate);
🔗 His final years were spent at Fulham Palace, the home of his friend Henry Compton, bishop of London from 1675.
final
(definite; definitive; decided; decisive; firm; positive; affirmative; irrevocable)
final
(decider; play‐off; finale)
final
(last; hindmost; latest; latter; ultimate)
;
(orchestrate)
adapti por orkestro
🔗 But Kenyan interior ministry officials say that scores of mass graves remain.
een doelpunt maken
;
goli
;
scoren
poenti

EnglishDutch
final score eindcijfer; eindstand; einduitslag
final beslissend; definitief; eindafrekening; eindexamen; eindwedstrijd; eind‐; finaal; finale; laatste; slot‐; uiteindelijk; uiteindelijke
score aantal behaalde punten; aantekenen; afturven; behalen; boeken; dwarsstreep; een doelpunt maken; een goede beurt maken; filmmuziek; gelag; het winnen; inkepen; inkerven; insnijding; keep; kepen; kerf; kerven; lijn; maken; neuken; onderstrepen; op noten zetten; opschrijven; optekenen; orkestreren; partituur; puntentelling; rake zet; rekening; score; scoren; snees; stand; stieg; stijg; streep; strepen; striem; succes; succes hebben; tref; treffer; turven; twintigtal