English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fighting‐cock

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
fighting‐cock
(gamecock; ruff)
(prick; pecker; dick; willy; member; rod);
🔗 I’m not trying to suck my own cock.
🔗 It may be the cock that crows, but it is the hen that lays the eggs.
🔗 “We do not care whether your case be right or wrong, or whether we live or die,” said a gladiator, “so long as there is good fighting.”

EnglishDutch
fighting‐cock kemphaan
cock aan oppers zetten; de haan spannen van; haan; haantje de voorste; hooiopper; in de aanslag brengen; kemphaan; kraan; lul; mannetje; op één oor zetten; opper; optomen; optrekken; opzetten; overeind staan; overhalen; pik; primus; scheef houden; schuin zetten; spannen; spitsen; tamp; weerhaan; windwijzer
fighting gevecht; gevechten; gevechts‐; strijd; strijdbaar; strijdend; strijdlustig; strijd‐; vechten; vechterij; vecht‐