English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fashionable

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
fashionable
(à la mode)
in de mode
;
mode‐
;
laŭmoda
moda
🔗 Suddenly the cults became fashionable.
fashion
(vogue; mode; style)
fashion
(form; shape; configure; frame; mould)
fashion
(habit; practice; wont)
(manner; mode; way; bearing; style);
🔗 In this fashion did Turjan enter his apprenticeship to Pandelume.

EnglishDutch
fashionabledeftig; gangbaar; in de mode; mode‐; modieus; mondain; naar de mode; nieuwmodisch; sjiek; trendy
fashionbewerken; fatsoen; fatsoeneren; manier; mode; modelleren; pasklaar maken; snit; trant; vorm; vormen; wijze
fashionablymodieus
unfashionableniet in de mode; niet sjiek; ouderwets; uit de tijd